Dankzij aangetroffen botresten konden onlangs twee DNA-matches worden gemaakt met personen die al langere tijd vermist waren. Zo werd zo’n zeventig zeemijl boven Schiermonnikoog een schedel gevonden van een Hagenaar die vijftien maanden geleden verdween. Op het strand van Schoorl bleek een aangetroffen bot afkomstig te zijn van een Belgische man die al zeven jaar vermist was.
De schedel van de vermiste man uit Den Haag werd in juli dit jaar opgevist door Urker vissers. Zij droegen het materiaal over aan de Stichting Identiteit Gezocht, die het vervolgens bij het Team Maritieme Politie van de Landelijke Eenheid onderbracht. Op basis van het DNA-profiel kon het team vaststellen dat het om de lang vermiste Hagenaar ging. De politie maakt verder geen details over de man bekend.
De politie roept vissers die mogelijk menselijke botresten aantreffen op deze bij de politie in te leveren. Dit geldt ook voor wandelaars die in duingebieden of bossen botmateriaal vinden. Als het daadwerkelijk om menselijke resten gaat, kan de politie het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) opdracht geven een DNA-profiel te maken voor opname in de DNA-databank Vermiste Personen.
In deze databank staan DNA-profielen van ongeïdentificeerde en vermiste personen, evenals van familieleden. Familieleden van een vermiste kunnen vrijwillig DNA afstaan, zodat bij het aantreffen van een lichaam of lichaamsdelen snel vastgesteld kan worden of er een match is.
Belgische man
In april herkende een arts tijdens een strandwandeling bij Schoorl een dijbeenbot als menselijk. Zij stelde het veilig en schakelde de politie in. Het NFI stelde vervolgens een DNA-profiel vast, dat werd vergeleken met gegevens in de internationale DNA-databank van Interpol. Daaruit kwam een match naar voren met een Belgische man die al zeven jaar vermist was.